-
1 schielen
-
2 squint
-
3 cast
n. een groep acteurs (die deelnemen in een toneelstuk of musical); gips; scheel kijken--------v. gooien, werpen; vastzetten; nonsens vertellencast1[ ka:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 iets wat geworpen wordt ⇒ lijn 〈 met kunstvlieg als aas〉; braakbal; afgeworpen huid3 gietvorm ⇒ model; afdruk5 neiging ⇒ hang, zweem(pje)♦voorbeelden:————————cast2♦voorbeelden:→ cast about cast about/, cast around cast around/1 (be/uit)rekenen ⇒ (be)cijferen, calculeren; optellen; trekken 〈 horoscoop〉♦voorbeelden:1 〈 benaming voor〉 werpen ⇒ (van zich) afwerpen; weggooien, uitgooien; laten vallen; afwerpen 〈 huid van dier〉; verliezen 〈 hoefijzer〉; neerkwakken; (ontijdig) bevallen van♦voorbeelden:cast ashore • op de kust/het strand werpena man cast in the right mold • iemand uit het goede hout gesneden -
4 anoopsia
n. scheel kijken naar boven (in ooggeneeskunde) -
5 strabismal
adj. scheel kijken -
6 strabismic
adj. scheel kijken -
7 strabismus
n. het scheel kijken -
8 bigler
-
9 auf dem linken Auge schielen
auf dem linken Auge schielenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > auf dem linken Auge schielen
-
10 zien
1 [niet blind zijn] see2 [kijken, er uitzien] look3 [uitzicht geven] look (out)♦voorbeelden:hij ziet scheel van de hoofdpijn • he has a splitting headacheII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [waarnemen, opmerken, overwegen] see2 [als mogelijkheid/uitkomst verwachten, beleven] see3 [proberen] see (to it)♦voorbeelden:iets laten zien • show somethingzich ergens laten zien • show one's face somewherehet mag gezien worden • it will pass inspectiondat moet ik nog zien • I wonder about thathet was niet te zien • it didn't showwaar zie je dat aan? • how can you tell?je moet het zó zien • look at it this wayik zie aan je gezicht dat je liegt • I can tell by the look on your face that you are lyingbij het zien van … • on seeing …hij ziet niet op een tientje • ten guilders makes no difference to himik zie het al voor me • I can just see itik heb hem in geen eeuw gezien • I haven't seen him for agesik zie, ik zie wat jij niet ziet • I spy (with my little eye)zie je, ziet u? • you see?; 〈 informeel〉 see?mij niet gezien • count me out!ik zie mij al • I can quite see myselfik wil het wel eens zien • I'd like to see that (happen(ing))het niet meer zien zitten • have had enough (of it); not be able to see one's way out (of a situation)iets/iemand (niet) zien zitten • 〈iets dat/iemand die men al gezien heeft〉 (not) like the look of something/someone; 〈 anders〉 (not) like the sound of something/someonezo zie je maar weer • there you go again, that's how it is¶ het voor gezien houden • be through (with someone/something)dat zien we dán wel weer • we'll cross that bridge when we come to ithet wel gezien hebben • have seen enough (of it) -
11 loucher
-
12 anopia
n. Anopia (bij oogkunde - blindheid door afwezigheid van oog; scheel naar boven kijken) -
13 loens
♦voorbeelden:2 loens poen -
14 zien
1 [niet blind zijn] voir2 [kijken] regarder3 [er uitzien] avoir l'air (de)4 [+ op][uitzicht geven] donner (sur)♦voorbeelden:scheel zien • loucherslecht zien • avoir la vue faiblemet één oog zien • ne voir que d'un oeilhet ziet zwart van de mensen • c'est noir de mondezo te zien gaat het nog niet zo best • ça n'a pas l'air d'aller mieuxII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen] voir♦voorbeelden:ik zie hem liever gaan dan komen • moins je le vois, mieux je me porte〈 figuurlijk〉 iemand niet kunnen zien • ne pas pouvoir souffrir qn.iets laten zien • montrer qc.zich ergens laten zien • se montrerdat moet ik nog zien • c'est à voiriets wel eens willen zien • vouloir voir qc.ik zie die baan zitten • j'ai envie de ce jobik zie haar zitten • elle est bienik zie het niet zitten om dat te doen • ça ne me dit rien de faire çahet niet meer zien zitten • 〈 radeloos zijn〉 ne plus savoir à quoi s'en tenir; 〈 geen oplossing zien〉 ne plus savoir comment s'en sortirdan zul je eens wat zien • tu vas voirwe zullen zien • on verrawe zullen zien wat we gaan doen • nous verrons ce que nous feronsdat zie ik niet • 〈 daar ben ik het niet mee eens〉 je vois les choses autrement; 〈 dat begrijp ik niet〉 je (ne) vois pas〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand graag zien • aimer qn.zo zie je maar weer! • et voilà!tot ziens • au revoiriets voor zich zien • s'imaginer qc.ik zie het al voor me • je le vois déjàwaar ziet u me voor aan? • pour qui me prenez-vous?bij het zien van hem • à sa vuezie je, ziet u • vois-tu, voyez-vousmij niet gezien • à d'autresik zie mij al • je m'y vois déjàer vanaf zien • s'abstenir de qc.het voor gezien houden • tenir qc. pour vugraag zien dat … • aimer que …zie het maar klaar te spelen! • tâche donc d'y parvenir! -
15 loensen
♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский